Staelduinse Bos

Activiteiten

Het Staelduinse bos

Het Staelduinse Bos, zo’n 100 hectare groot, is een groen toevluchtsoord te midden van het glastuinbouwgebied. Oorspronkelijk werden de middeleeuwse duinen rond 1850 door jonkheer van Rijckevorsel beplant, puur uit jachtplezier en met het oog op latere houtopbrengsten. Enkele oude beukenlanen herinneren nog aan die tijd.

Rondom het bos liggen schrale weilandjes op afgegraven duingrond, waar in het voorjaar pinksterbloemen, rode zuring en gele ratelaar bloeien. Samen met de bloeiende meidoorn in de bosrand trekken deze veel dieren aan. Om deze diversiteit te behouden, worden de weilanden gehooid en nabeweid. Een kijkscherm bij een plasje biedt een mooie gelegenheid om vogels te spotten.

De vele duintjes in het bos maken wandelen hier aantrekkelijk. In het voorjaar verschijnen er boshyacinten, later gevolgd door lelietjes-van-dalen tussen varens en kruisbessen.

Het Zuidhollands Landschap beheert het gebied sinds 1970 (westelijk deel) en 1987 (oostelijk deel) zo natuurlijk mogelijk. Dood hout blijft liggen of staan, want het bruist van het leven: grootoorvleermuizen slapen in holle bomen en insecten in rottend hout trekken spechten aan.

Vooral in de herfst is de paddenstoelenrijkdom opmerkelijk, met wel 180 getelde soorten. Grote heksenkringen vallen op; hoe groter de cirkel, hoe ouder de paddenstoel. De vele bunkers in het bos dienen als winterverblijfplaats voor wel zes soorten vleermuizen, dankzij de constante lage temperatuur en hoge vochtigheid die de metersdikke muren bieden.

Meer informatie over dit bijzondere gebied is verkrijgbaar bij bezoekerscentrum d’Oude Koestal van de Vrienden van het Staelduinse Bos, of op deze pagina waar u een zeer uigebreid verslag over de geschiedenis van het Staelduinse bos vindt.